Incl.
BTW
Klantenservice
+31 85 - 020 3800
Trustpilot
4.8 uit 5
Zoeken

Wat is een installatieautomaat?

Een installatieautomaat ook wel lichtgroep of groep genoemd zijn de meeste voorkomende componenten van de groepenkasten. De lichtgroepen zijn de componenten waarop je elektrische apparaten zoals een oven of wasmachine op aansluit. De installatieautomaten zijn beschikbaar in verschillende varianten, denk hierbij aan verschillen zoals het aantal ampère, aantal polen of een ander uitschakelkarakteristiek.

Hager installatieautomaat / 1-polig + nul, B16A / MHN516

Wat doet een installatieautomaat?

Een installatieautomaat beveiligd de elektrische apparaten in uw woning of bedrijfspand. Stel dat er kortsluiting plaats vindt, zal de installatieautomaat automatisch het elektrische circuit onderbreken. Door het onderbreken van het circuit zullen de apparaten die op de betreffende groep zijn aangesloten niet onder spanning komen te staan. Vandaar dat de installatieautomaat een beveiliging is voor de elektrische apparaten.

Verschillende soorten installatieautomaten

Aantal ampère

Er zijn installatieautomaten in verschillende varianten. Zo heb je ze van 16 ampère maar ook van 25 ampère. Om te berekenen hoeveel Watt er maximaal op een groep mag worden aangesloten vermenigvuldig je de stoom met spanning. Op een groep van 16 ampère en als we uitgaan van 220 Volt mag er op deze groep maximaal 3520 Watt op worden aangesloten.

Het aantal polen

Een installatieautomaat heeft 1 pool en 1 nul. Hier kun je  fase en 1 nul op aansluiten(1P+N). Dit is gebruikelijk voor normale huishoudelijke apparaten. Als je 3 fase apparaten hebt, dien je een zogeheten krachtgroep te gebruiken. Een krachtgroep heeft drie polen plus één nul(3P+N). Daar merk je al aan dat een krachtgroep drie keer zoveel stroom kan geven dan een normale installatieautomaat. De benaming hiervoor is krachtstroom.

Uitschakelkarakteristiek

Deze installatieautomaten hebben verschillende uitschakelkarakteristieken. Deze zijn aangepast aan de specifieke kenmerken van een bepaalde elektrische installatie. Zo verschilt het per installatie of een installatieautomaat wel of niet in werking moet treden bij een piekstroom van een bepaalde hoogte. Alle uitschakelkarakteristieken hebben een letter:

  • B-karakteristiek

Wordt gebruikt bij kleine start- of inschakelstromen zoals verlichting, elektrische verwarming, boilers en elektrische fornuizen. Meest voorkomende uitschakelkarakteristiek bij woningen.

  • C-karakteristiek

Deze variant gebruikt je bij middelgrote inschakelstromen als bepaalde soorten verlichting, wasmachines, stofzuigers, koelkasten en diepvriezen.

  • D-karakteristiek

Vaak gebruikt bij het opstarten van machines met grote inschakelstromen zoals lasposten en motoren van werktuigmachines.

Installatieautomaat

Verschil tussen een installatieautomaat, aardlekautomaat en aardlekschakelaar

Deze drie componenten worden redelijk vaak door elkaar gehaald. Het verschil tussen deze drie is dat de aardlekautomaat een combinatie is van de installatieautomaat en de aardlekschakelaar. De aardlekschakelaar is het component waar de installatieautomaten op aangesloten zitten. Een aardlekschakelaar is verplicht in groepenkasten met installatieautomaten.

Lichtgroepen gebruikt je voor de aansluiting van elektrische installaties, waarbij het component aangesloten dient te zijn op een aardlekschakelaar. Aardlekautomaten werken in principe hetzelfde als deze groepen, maar de aardlekautomaten hebben zelf een aardlekbeveiliging en hoeven niet aangesloten te zitten op een aardlekschakelaar.